Veel mensen vinden sportvissen een mannending. Soms vang je er niet en soms weer maar toch zijn meeste vissers verslaafd aan vissen. Niet veel mensen verdrijven hun vrije tijd met sportvissen maar een dame met een vishengel aan de waterkant, dat is een zeldzaam fenomeen.
Natuurlijk zijn er dames die van vissen houden, maar het zijn vooral mannen die met een waadpak de rivieren waden, over bruggen en boten leunen, op zoek naar de knabbel die de wens van elke visser vervult: strakke lijnen.
Voor sommige jongens en mannen is vissen een bezigheid die hun oer-jachtdrang bevredigt. Het is mens versus natuur, gewapend met alleen een stok en wat vislijn. Eenmaal beet is er de euforie: “Ik heb net mijn eigen diner aan de haak geslagen.”
Simpel plezier
Als je vissen als een sport beschouwt dan is het een uithoudingsactiviteit. Je hoeft niet lang, sterk of behendig te zijn. Je moet gewoon geduld hebben. Zoals de enthousiaste president Herbert Hoover het uitdrukte “Alle mensen zijn voor vissen gelijk.”
Sommige jongens zien vissen als een avontuurlijke activiteit met vaders, grootvaders en zonen. Het gesprek hoeft niet diep te zijn, maar het is een intieme tijdsverdrijving. Het avontuur bestaat dan uit droge boterhammen, bibberen in een warmtepak in de winterse kou en heel weinig visvangst.
Wetenschappelijke studies hebben aangetoond dat vrouwen beter multitasken dan mannen, dus vissen is een geweldige manier voor mannen om hun kracht te vergroten bij monotasken. De meeste mannen analyseren waarschijnlijk niet waarom ze van vissen houden. Waarom te veel nadenken over een simpel plezier? Maar het is een soort metafoor voor een goed leven: doe je best, hoop op het beste, heb dagen waarop je iets vangt en dagen dat je dat niet doet, maar wees altijd dankbaar voor het geluid van het water en de zon in de lucht en de kans om nog een spoel te werpen. Dus heren, wat u deze zomer ook zoekt, veel plezier. . . en beet!
